Onderstaand artikel is te vinden in het boek Reutum en Haarle, Goed Bekeken...!
Dit boek is een uitgave van de Stichting Heemkunde Parochie Reutum en Haarle, geschreven door Ben Lammerink en uitgegeven in 1993.
Het artikel is te vinden op blz 75 en 76 van het boek.
Loo-San heeft nooit kunnen voorzien dat er ooit nog eens een hele straat naar haar genoemd zou worden.
Het boerderijtje van Reutum, zo wordt 't Hoes van Loo-San momenteel aangeduid bij de verschillende instanties die het lot ervan in handen hebben.
Anno 1993 wordt er van allerwege geroepen om de restauratie en het behoud van dit bijzondere vakwerk-boerderijtje, waaraan nog steeds meer economische dan culturele waarde wordt toegekend. Misschien kennen we de juiste waarde ervan wanneer het er niet meer is….
De inwoners van Reutum en Haarle kennen het vakwerkhuisje als het hoes van Loo-San, genoemd naar de laatste bewoonster, Suzanna Kamphuis. Ze overleed op 3 september 1987. De historische gegevens die we kennen zijn voornamelijk gebaseerd op overleveringen van oudere inwoners, omdat van dergelijke daglonershuisjes met hun eenvoudige bewoners geen archiefmateriaal beschikbaar is.
Twee generaties Lansink hebben er op 't Loo-huis gewoond; de laatste, Herman Lansink (Loo-Herman), vermaakte voor zijn dood het perceeltje aan zijn huishoudster Loo-San. De oudere inwoners kunnen zich Loo-Herman en zijn ouders Graads en Dien nog wel herinneren. Herman was hulppostbode en verhuurde zich als dagloner bij de boeren in de omgeving. Daarnaast bezat hij zelf nog een koe en had hij zijn klompenmakers-werkplaatsje. Een markant man, waarvan verteld wordt dat hij zijn klompen spaarde, door niet over maar naast de straat naar de kerk te lopen, met zijn hulpbehoevende moeder in de kruiwagen.
Eerder is Herman's werkplaatsje een kloppenkamer geweest, waarin tot aan het begin van deze eeuw mogelijk de laatste klop of klöpke van Reutum heeft gewoond. Klöpkes waren vrome vrouwen die zich in dienst stelden van de kerk en de armen; men noemt ze ook wel: de nonnen buiten het klooster.
Pentekening van W. Potman
In de tijd van de kerkvervolgingen klopten ze aan bij de gelovigen, wanneer er ergens heimelijk een mis werd gelezen. Het was een erebaan voor ongehuwde vrouwen die allerlei liefdadigheidswerken verrichtten door de kinderen godsdienstonderricht te geven en de armen bij te staan - de sociale werksters van hun tijd. Andersom waren de klöpkes afhankelijk van de leefgemeenschap voor wat betreft hun woonruimte en levensonderhoud. In ruil voor hun diensten kregen ze van de boeren in de omgeving voedsel, en was er onderdak in de vorm van een aanleunwoning - kloppenkamer - aan de boerderij.
Eigenlijk mogen we Loo-San danken, dat zij haar huisje haar hele leven niet heeft veranderd. Het feit dat het boerderijtje nu op de Monumentenlijst staat, en niet meer veranderd mag worden, geeft niet die garantie die de meeste inwoners graag willen.